Osamu Tezuka's Boeddha wiki
Advertisement

Bandaka was een van de grootste vijanden van zowel Siddharta als van Chapra.

Bandaka 2

Hoewel hij alle eigenschappen bevatte van een schurk -sluw, moordlustig, bruut, arrogant- redde hij Kapilavastoe wel voorlopig van diens ondergang door Kosala te verdrijven, net voordat hij zelf stierf. Hoewel Bandaka een door Tezuka bedacht personage is, heeft zijn zoon Devadatta wel echt bestaan.

Biografie[]

Kapilavastoe[]

In het eerste album verschijnt Bandaka ten tonele wanneer hij Tatta redt uit de buik van een slang. Hij doet dit echter alleen uit minachting voor Tatta's manier van samenwerking met dieren. Bandaka is onderweg naar Savatthi om te kijken wie de beste boogschutter is: hij of Chapra. Chapra en hij blijken even goed te zijn, dus daagt Bandaka Chapra uit voor een duel. Chapra wordt dodelijk geraakt door een list van Bandaka. Als Tatta een boodschap aan Asita wil brengen om Chapra te redden in de vorm van een paard, wordt hij door Bandaka neergeschoten. Tatta brengt zijn ziel echter net op tijd over in het lichaam van Bandaka's paard, waardoor Bandaka zijn paard kwijt raakt.

Vier ontmoetingen[]

Bandaka verblijft in het tweede album in Kapilavastoe, waar hij schietles aan Siddharta geeft. Siddharta en hij worden al snel vijanden, omdat Siddharta er niet tegen kan dat Bandaka graag dieren neerschiet. Vijf jaar later, als Siddharta wordt uitgehuwelijkt met Yashodara, biedt Bandaka zich aan als aanbidder voor het bruidstoernooi. Hij wordt echter bij het boogschieten verslagen door Beratta, met behulp van Tatta. Dit komt goed uit voor Yashodara, want zij vindt Bandaka zo'n bruut dat ze zichzelf van kant had gemaakt als Bandaka had gewonnen. Joembel, de raadsheer van Soeddhodana komt Bandaka's hulp vragen als Siddharta op het dak van het paleis traint. Hij wil Bandaka als nieuwe koning van Kapilavastoe. Bandaka stemt toe, maar vermoort Joembel, omdat hij hem niet vertrouwt. Omdat Yashodara er alles voor over heeft om Siddharta van het dak te krijgen, haalt Bandaka hulp van vijf asceten: Vappa, Kondaniya, Bhaddiya, Mahanama en Janussoni. Zij weten Siddharta te overtuigen mee te gaan naar het woud van Oeroevela. Siddharta stelt zijn vertrekt echter uit, wanneer Bandaka Yashodara gevangen neemt. Siddharta bedrijdt zijn echtgenote en Bandaka geeft zich voorlopig gewonnen. Als Siddharta het paleis heeft verlaten en Kosala Kapilavastoe binnenvalt, ziet Soeddhodana zich genoodzaakt Bandaka, met zijn strategische inzicht, tot bevelhebber van het leger te benoemen. Dit is echter niet genoeg voor Bandaka, hij eist de troon op. Soeddhodana geeft uiteindelijk toe. Omdat Yashodara nog steeds niets van Bandaka moet

Rip bandaka

Bandaka sneuvelt

weten, maakt hij een arme vrouw zwanger, die later de moeder van zowel Devadatta als Ananda zal zijn. Bandaka voorspelt dat zijn zoon Devadatta ooit Siddharta een afstraffing zal geven. Dan trekt Bandaka ten strijde. Hij verdrijft de Kosalanen, maar sneuvelt zelf in de strijd.

Na zijn dood[]

Na Bandaka wordt Soeddhodana weer koning van Kapilavastoe. Ondanks hun meningsverschillen geeft hij Bandaka een eervolle begravenis. Daarna wordt Bandaka vrij snel vergeten. Alleen Devadatta moet lijden onder het feit dat hij de zoon is van de brute Bandaka. Hij wordt door kinderen gepest en door zijn stiefvader bij het geringste mishandeld. Pas vele jaren later, in Maghada pakt het voor Devadatta voordelig uit dat hij Bandaka's zoon is. De eerste minister van Maghada is onder de indruk van Bandaka's status, en Devadatta krijgt een hoge status in het koningshuis van Maghada.

Advertisement