Ajatasattoe was de zoon van koning Bimbisara en de prins van Maghada. Over Ajatasattoe was ooit de voorspelling uitgesproken dat hij zijn vader zou vermoorden. Ajatasattoe had er alles voor over om iedereen te kunnen overtuigen dat hij zijn vader nooit zou vermoorden. Hij zou er zelfs Boeddha voor doden.
Biografie[]
Het hertenpark[]
Ahatasattoe is in het vijfde album een acht jarige prins. Devadatta probeert met hem in contact te komen, maar Ajatasattoe zegt een hekel te hebben aan onderkruikers. Hij maakt zich ook kwaad over de profetie die Assaji ooit heeft voorspeld over Ajatasattoes toekomstige moord op zijn vader. Ajatasattoe heeft grote bewondering voor zijn vader en hij zou hem nooit vermoorden. Tijdens een reis te paard wordt Ajatasattoe aangevallen door de woeste olifant Nalagiri. Ajatasattoe wordt net op tijd door Tatta gered. Na zijn belevinis wil Ajatasattoe geen paard meer rijden. Hij wil liever spelletjes spelen met zijn nieuwe vriend Devadatta. Dit ten afkeuren van zijn moeder maar ten goedkeuren van Bimbisara. Tijdens het duel tussen Yatala en Tatta probeert Ajatasattoe Tatta te helpen met de kracht van de tand van een tijger. Hij vraagt Devadatta ook om hulp om Tatta te laten winnen. Devadatta weet wel wat, maar niet iets wat legaal is...
Prins Ajatasattoe[]
In het zevende album ontmoet Ajatasattoe Boeddha voor het eerst. Hij is niet zo onder de indruk van Boeddha's leer of verschijning en hij prefereert Devadatta als informatiebron. Als Ajatasattoe ontdekt dat zijn vader les krijgt van Boeddha om zijn angst voor de dood te overwinnen, geeft hij Boeddha de schuld van de voorspelling over hem. Om de voorspelling voor eens en voor altijd uit het hoofd van zijn vader te zetten, is er volgens Ajatasattoe maar een oplossing: hij moet Boeddha doden. Na een bijna geslaagde aanslag wordt Ajatasattoe door Bimbisara opgesloten. Nadat Boeddha buiten levensgevaar verkeert, laat Bimbisara Ajatasattoe voorlopig voor de veiligheid opgesloten zitten. Tijdens zijn gevangenschap wordt Ajatasattoe verliefd op de slavin Yoedelka en nadat hij haar van de pest heeft gered, besluit Ajatasattoe met haar te vluchten. Yoedelka wordt echter gedood en van Devadatta hoort Ajatasattoe dat zijn vader het bevel heeft gegeven om Yoedelka te executeren. Ajatasattoe zint nu op wraak.
Jetavana[]
In het achtste album zit Ajatasattoe na vier jaar nog steeds opgesloten. Devadatta bezoekt hem en vertelt hem dat Maghada hem als koning nodig heeft. Bimbisara is geleidelijk vergiftigd door Devadatta en nu is hij te ziek om het
land te besturen. Ajatasattoe wordt vrijgelaten, als hij Devadatta het commando geeft over Venoevana. Ajatasattoe stemt toe en hij laat zijn vader in zijn cel opsluiten en verhongeren. Hij helpt Devadatta om de volgelingen onder druk te zetten Devadatta te gehoorzamen. Vooral Saripoetta en Moggalana krijgen het zwaar te verduren. Als Boeddha in het paleis terugkomt, zegt Ajatasattoe dat Boeddha niet welkom is in Venoevana, omdat hij Devadatta als leider heeft aangewezen. Na een mislukte poging tot vergiftiging van Boeddha stemt Ajatasattoe toe om Boeddha's volgelingen te laten stemmen wie de geschikte leider is. Spoedig sterft Devadatta in een poging Boeddha te vermoorden. Ajatasattoe raakt zwaar depressief en doordat hij een versterkend drankje van Devadatta niet meer krijgt, groeit er een enorm gezwel op zijn voorhoofd. Boeddha, die Bimbisara heeft beloofd vrede met Ajatasattoe te sluiten, denkt dat Ajatasattoe liefde in zijn leven mist. Hij laat het gezwel slinken door middel van een soort quantum tough. Na drie jaar is Ajatasattoe genezen. Hij glimlacht naar Boeddha en Boeddha beseft ineens dat God bestaat in de harten van de mensen. Tijdens een preek begint Ajatasattoe ineens zijn vader erg te missen. Hij laat een grote begravenis oprichten en tegen Boeddha zegt hij dat hij voor de rest van zijn leven zijn volgeling zal zijn.